Een jonge vrouw ontwikkelt mysterieuze krachten en gaat de strijd aan met haar verstikkende omgeving.
De twintigjarige Nawojka droomt ervan om te ontsnappen aan het harde bestaan op de boerderij van haar familie. Nadat ze de vrijgevochten Sandra ontmoet stelt Nawojka zich open voor mysterieuze krachten, zoals haar overleden moeder dat ook al deed. Intussen wordt de veestapel aangetast door een onverklaarbare epidemie.
In pas haar tweede speelfilm gebruikt de Pools-Franse Julia Kowalski elementen uit de traditionele folk horror, zoals bijgeloof en hekserij, en plaatst die in het hedendaagse Franse platteland. In een korte proloog wordt meteen de toon gezet: het Kwaad dat de familie al generaties teistert, wordt langs de vrouwelijke lijn doorgegeven. Nawojka’s Poolse migrantenfamilie en de Franse dorpsgenoten zijn verenigd in hun patriarchale opvattingen. Dat Nawojka regelmatig een soort toeval krijgt, maakt de vooroordelen alleen maar erger. Kowalski maakt dit verstikkende milieu voelbaar in een 16mm-stijl die haast documentair aanvoelt. De finale is als een bevrijding.